Update wetsvoorstel bestuur en toezicht rechtspersonen
Eind 2014 berichtten wij al over het voorontwerp Wet bestuur en toezicht rechtspersonen. Dat gaat onder andere over een verscherping van de aansprakelijkheid in de semipublieke sector. Ondanks de verwachting destijds dat het wetsvoorstel per 1 januari 2015 in werking zou treden, is het wetsvoorstel op dit moment nog steeds in behandeling bij de Tweede Kamer. Op 19 november 2018 is een nota van wijziging gepubliceerd.
Het wetsvoorstel heeft als doel de regeling voor bestuur en toezicht bij de verschillende soorten rechtspersonen aan te vullen en te verduidelijken. Het voorstel van wet bevat een verdere uniformering van het rechtspersonenrecht. Voor besloten vennootschappen en naamloze vennootschappen bestaande algemene bepalingen omtrent bestuur en toezicht zouden tevens gaan gelden voor stichtingen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen. Door de Tweede Kamer is daartegen ingebracht dat op deze wijze teveel uniformering van de regelgeving zou plaatsvinden. Om deze reden is gekozen voor de handhaving van de huidige systematiek van Boek 2 BW en de verschillen tussen rechtspersonen duidelijk te handhaven. Een en ander heeft geresulteerd in de nota van wijziging. Hieronder een kort overzicht van een aantal belangrijke wijzigingen die het wetsvoorstel inmiddels bevat.
Bestuurstaak
Uniformering van de norm voor taakvervulling van bestuurders: bij de stichting en de vereniging is de bestuurstaak aangevuld met de bepaling dat een bestuurder zich bij de vervulling van zijn taak dient te richten naar het belang van de vereniging/stichting en de daaraan verbonden onderneming of organisatie;
Monistisch bestuur bij vereniging en stichting
Een vereniging of stichting kan kiezen voor een monistisch bestuursmodel (one tier board). Bij een monistisch bestuurssysteem bestaat er geen afzonderlijk toezichthoudend orgaan, maar wordt de toezichthoudende functie vervuld door niet-uitvoerende bestuurders. Deze niet-uitvoerende bestuurders maken evenals de uitvoerende bestuurders deel uit van het bestuur;
Wettelijke grondslag voor een raad van commissarissen bij vereniging en stichting
In de nota van wijziging is een bepaling opgenomen over de instelling – uit eigen beweging – van een raad van commissarissen bij de verenging en de stichting. De raad mag ook worden aangeduid als raad van toezicht en heeft als taak toezichthouden op het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken in de rechtspersoon en de daaraan verbonden onderneming of organisatie. De normering van een behoorlijke taakvervulling ex artikel 2:9 BW is van overeenkomstige toepassing;
Tegenstrijdig-belangregeling
De nota van wijziging voorziet in een gewijzigde tegenstrijdig-belangregeling voor de vereniging en een nieuwe tegenstrijdig-belangregeling voor de stichting. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging/stichting en de met haar verbonden organisatie. Wanneer hierdoor geen besluit kan worden genomen dan wordt het besluit genomen door de raad van commissarissen. Ontbreekt er een raad van commissarissen bij de vereniging dan wordt het besluit genomen door de algemene vergadering, tenzij de statuten een afwijkende regeling geven. Bij het ontbreken van een raad van commissarissen bij de stichting, vindt besluitvorming plaats door het bestuur onder schriftelijke vastlegging van de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen, tenzij de statuten anders bepalen.
Aansprakelijkstelling in geval van faillissement
De faillissementsaansprakelijkheid ex artikel 2:138 BW en artikel 2:248 BW, geldt onder omstandigheden ook voor bestuurders van verenigingen en stichtingen. Dit gaat uit van een wettelijk vermoeden dat het faillissement de schuld is van het bestuur indien niet voldaan is aan de boekhoudplicht en/of de jaarrekening te laat is gepubliceerd. Deze regeling voor NV’s en BV’s wordt van overeenkomstige toepassing op een stichting of vereniging die vennootschapsbelastingplichtig is en een stichting of vereniging die bij of krachtens de wet verplicht is een financiële verantwoording op te stellen die gelijk of gelijkwaardig is aan een jaarrekening als bedoeld in titel 9 van boek 2 BW. De faillissementsaansprakelijkheid voor stichtingen en verenigingen is van overeenkomstige toepassing op commissarissen van een vereniging of stichting.
Modernisering criteria ontslag bestuurder stichting
De mogelijkheden om een bestuurder van een stichting te ontslaan, worden verruimd. Een bestuurder kan op verzoek van een belanghebbende of van het openbaar ministerie door de rechtbank worden ontslagen wegens verwaarlozing van zijn taak, wegens andere gewichtige redenen, wegens ingrijpende wijziging van omstandigheden op grond waarvan het voortduren van zijn bestuurderschap in redelijkheid niet meer kan worden geduld. Een aldus door de rechtbank ontslagen bestuurder kan gedurende vijf jaar na zijn ontslag geen bestuurder of commissaris van een stichting worden (bestuursverbod), tenzij hem geen ernstig verwijt kan worden gemaakt.
Wanneer het wetsvoorstel in werking zal treden is nog niet bekend. Als gezegd, is het voorstel op dit moment nog in behandeling bij de Tweede Kamer. Wij houden u over het verdere verloop op de hoogte.
De stand van zaken en overige informatie over het wetsvoorstel is vind je hier.
Heeft u als bestuurder of commissaris te maken met dergelijke vennootschapsrechtelijke issues? Neem dan contact met ons op via e-mail (info@penrose.law) of telefonisch via 020-2400710.