Bestuurdersaansprakelijkheid schuld crediteur
Het gerechtshof Den Haag heeft op 2 augustus 2016 een interessante uitspraak gedaan over bestuurdersaansprakelijkheid ten aanzien van een individuele crediteur. Deze crediteur vorderde terugbetaling van een, door de rechtbank toegewezen en later door het gerechtshof vernietigde, veroordeling. Na de vernietiging ging de debiteur (een B.V.) failliet en de crediteur sprak de bestuurders van de B.V. in privé aan tot terugbetaling.
Feiten
X was tot 2004 bestuurder van Beheer B.V., X werd opgevolgd door zijn dochter. Tevens was X enig aandeelhouder van Beheer B.V., hetgeen X ook na 2004 is gebleven. In april 2002 is Perkplantenkwekerij De Zonnebloem C.V. door de rechtbank veroordeeld om ruim EUR 46.000,- aan Beheer B.V. te voldoen. De betaling heeft kort daarop plaatsgevonden. Het gerechtshof heeft in oktober 2009 het vonnis in eerste aanleg vernietigd, als gevolg waarvan De Zonnebloem een vordering wegens onverschuldigde betaling op Beheer B.V. kreeg. Beheer B.V. gaf daarop aan over onvoldoende middelen te beschikken om de vordering te voldoen, waarna Beheer B.V. in februari 2011 failliet ging. Dan blijkt dat de jaarrekeningen over twee boekjaren niet tijdig zijn gedeponeerd en over het laatste boekjaar in zijn geheel niet is opgemaakt. De curator heeft evenwel geen vordering ingesteld wegens bestuurdersaansprakelijkheid.
Eis inzake bestuurdersaansprakelijkheid
De Zonnebloem start een procedure tegen de beide bestuurders van Beheer B.V. waarin in privé terugbetaling van de EUR 46.000,- wordt gevorderd. De Zonnebloem stelt dat beide bestuurders onrechtmatig jegens haar hebben gehandeld door (i) de jaarrekeningen niet (tijdig) te deponeren en (ii) door Beheer B.V. leeg te halen zodat verhaal onmogelijk werd.
Rechtbank en gerechtshof over bestuurdersaansprakelijkheid
De rechtbank wijst de vordering van de Zonnebloem af en de Zonnebloem gaat in hoger beroep. Het hof stelt eerst vast dat de aansprakelijkheid van bestuurders jegens de curator vanwege het niet (tijdig) deponeren van de jaarrekening, niet -zonder meer- bestuurdersaansprakelijkheid met zich meebrengt jegens een individuele crediteur. Daarvoor dient sprake te zijn van bijzondere omstandigheden waarvan volgens het hof niet is gebleken.
De Zonnebloem heeft daarnaast aangevoerd dat de bestuurders door verrekening van een schuld van (aandeelhouder) X aan Beheer B.V. in 2007 de B.V. hebben leeggehaald. Om aansprakelijkheid van een bestuurder aan te kunnen nemen, is vereist dat een bestuurder medewerking verleent aan een doen of nalaten van de rechtspersoon waardoor wordt bewerkstelligd of toegelaten dat de rechtspersoon haar wettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomt. Daarnaast moet de bestuurder een ernstig verwijt kunnen worden gemaakt van zijn handelen.
Het hof is van mening dat de bestuurders in 2007 niet hadden kunnen voorzien dat het eerdere vonnis zou worden vernietigd. De bestuurders hadden in dat geval concrete aanwijzingen moeten hebben dat het vonnis in hoger beroep geen stand zou houden. Nu de bestuurders op het moment van handelen niet wisten dan wel behoorden te weten dat Beheer B.V., indien het vonnis zou worden vernietigd, niet aan haar restitutieverplichting zou kunnen voldoen, kan de bestuurders geen ernstig verwijt worden gemaakt.
Conclusie
Waakzaamheid blijft geboden voor bestuurders maar bestuurdersaansprakelijkheid mag ook weer niet te snel worden aangenomen. De bestuurders zijn in casu niet in privé aansprakelijk voor de schuld van Beheer B.V. aan De Zonnebloem, en het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank. De uitspraak is te vinden onder de volgende link.